V-18 Odnozvoetsjno gremit kolokoltsjik Odnozvoetsjno

V-18
Odnozvoetsjno gremit kolokoltsjik
Eentonig rinkelt een belletje
Odnozvoetsjno gremit kolokoltsjik,
I doroga pylitsja slegka.
I oenylo po rovnomoe poljoe
Razlivajetsja pesn jamsjika.
Eentonig rinkelt een belletje,
En wat stof waait op van de weg.
En mistroostig stroomt over het vlakke veld
Het lied uit van de postiljon.
Stolko groesti v toj pesne oenyloj,
Stolko tsjoevstva v napeve rodnom,
Tsjto v groedi mojej chladnoj, ostyloj
Razgorelosja serdtse ognjom.
Zoveel droefheid ligt in dat treurig lied,
Zoveel gevoel in die vertrouwde wijs,
Dat in mijn gemoed, koud en verkild,
Mijn hart door een vuur ontbrandde.
I pripomnil ja notsji droegije
I rodnyje polja i lesa,
I na otsji, davno oezje soechije
Nabezjala, kak iskra, sleza...
En ik herinnerde mij andere nachten,
En de velden en bossen van thuis,
En in mijn reeds lang verdroogde ogen
Welde, als een vonk, een traan op…
Odnozvoetsjno gremit kolokoltsjik,
Izdali otdavajas slegka...
I oemolk moj jamsjtsjik, a doroga
Predo mnoj daleka, daleka.
Eentonig rinkelt een belletje,
Zacht in de verte klinkend...
En mijn postiljon deed er het zwijgen toe,
Maar de weg vóór mij is lang, lang.